Onontdekte plekken in Sevilla

Als een doorsnee toerist aan mij vraagt wat je zeker moet zien in Sevilla, dan zal ik je zeggen dat je sowieso de kathedraal, het koninklijk paleis (Alcázar de Sevilla) en het Plaza de España moet bezichtigen. Maar jij wilt natuurlijk meer dan standaard aanbevelingen! Elke stad heeft natuurlijk haar verborgen plekken die je normaal gesproken alleen zou zien als je er per ongeluk voorbij loopt. Daarom deel ik vandaag een aantal onontdekte plekken in Sevilla om je bezoek nog leuker te maken, of voor de volgende keer, als iemand tips aan jou vraagt.

Plaza de Santa Marta

De historische oude joodse wijk Santa Cruz heeft vele grote geheimen. Via allerlei kruip-door-sluip-door steegjes heb je het gevoel dat je een doodlopende straat in loopt, maar pardoes stuit je onverwachte pareltjes. Eén van die geheime plekjes is het onontdekte plekken in Sevilla is het Plaza de Santa Marta. Ook al sta je in het hartje van Sevilla op steenworp afstand van de kathedraal en Giralda, je wordt overvallen door rust en sereniteit. Geniet van de hoogste sinaasappelbomen van de stad, die hier noodgedwongen omhoog naar het licht toe groeien.

Plaza de Santa Marta op het Plaza Virgen de los Reyes, pal achter monument van paus Johannes Paulus II

Baños de María de Padilla

Het mag dan een van de meest gefotografeerde plekken in Sevilla zijn (mijn ouders hebben een foto ervan in de woonkamer hangen), de thermen van María de Padilla zijn knap lastig te vinden! De onderaardse galerij bevindt zich in het Real Alcázar en werd in de Moorse periode rond de 12e eeuw gebouwd. Door de bijzondere natuurlijke lichtval weerspiegelen de symmetrische gotische gewelven in het water en vult de ruimte met een mysterieuze sfeer. Er zijn dan ook talloze legendes over deze baden. Eén ding is zeker: het verschil in temperatuur tussen de onderaardse galerij en de buitenlucht is groot! In de volksmond wordt de plek beschouwd als de koelste plek in Sevilla (en dat is positief).

Patio de Banderas s/n, open dagelijks okt-mrt 9.30-17.00, apr-sep 9.30-19.00, entree paleis € 14,50. Kaarten koop je het best via de officiële website.

Monasterio de la Cartuja

Waar nu het Monasterio de la Cartuja staat, is niet altijd een klooster geweest. Al voor de 12e eeuw gebruikten de Almohaden (Noord-Afrikaanse berbers) de plek voor de productie van aardewerk. Dat veranderde in 1248, toen de christelijke legers volgens de legende een beeldje (of geestverschijning, het is maar net welke versie je leeest) van de heilige maagd Maria aantroffen. Hoe het ook zij, de katholieken riepen de plek uit tot heilige grond. In de 15e eeuw verrrees er een klooster waarin monniken van de orde der kartuizers (in het Spaans de orde van Cartuja) in werden gehuisvest. Tegenwoordig is in het kloostercomplex het Museum voor Moderne Kunst (CAAC) gehuisvest, zeg maar het Stedelijk Museum van Sevilla. Toch is het verbazingwekkend hoeveel toeristen de iconische plek overslaan tijdens hun bezoek aan de stad.

Calle Américo Vespucio 2, di-za 11.00-21.00 & zo 10.00-15.30, entree klooster en permanente collectie € 1,80.

Palacio de las Dueñas

Naast het koninklijk paleis (Real Alcázar) kent Sevilla nog een handjevol stadspaleizen (casas palacios). Die behoren wat mij betreft tot de mooiste onontdekte plekken van Sevilla. Van de buitenkant zijn ze nogal onopvallend, maar van de binnenkant is het één en al pracht en praal. Het grootste en één van de mooiste stadspaleizen is het Palacio de las Dueñas. Het leuke van dit stadspaleis is dat deze nog is ingericht. De laatste bewoonster was Cayetana Fitz-James Stuart, de laatste hertogin van Alba. Haar zoon beheert het paleis nu en het is een ware parel. Je kunt je niet alleen vergapen aan prachtige kunstwerken, maar het paleis straalt Andalusische folklore uit.

Calle Dueñas 5, open dagelijks apr-sep 10.00-20.00, okt-mrt 10.00-18.00, entree paleis € 12. Kaarten koop je het best via de officiële website.

Pilares Romanos

Verscholen achter moderne gebouwen van Calle Mármoles kun je drie indrukwekkende granieten Romeinse zuilen vinden. In de Romeinse tijd, toen Sevilla nog Hispalis heette, beschikte de stad over verschillende tempels. Volgens archeologen zijn deze zuilen de overblijfselen van een tempel die op dezelfde plaats stond. De tempel zou gewijd zijn aan Liber Pater, een Romeinse vruchtbaarheidsgod. Maar, de meningen verschillen daarover. Het is ook goed mogelijk dat een rijke zakenman de zuilen heeft verplaatst naar de plek waar ze zich nu bevinden.

Calle Mármoles, op de hoek met Calle Aire

 

Zoek je nog een leuke plek om te slapen tijdens je verblijf? Kijk dan eens tussen onze favoriete hotels in Sevilla.